Theodor Meron, Officier dans l’Ordre National de la Légion d’Honneur

De oorlog met al zijn gruwelijkheden, en ongerijmdheid maar ook de onweerstaanbare behoefte om dat wat u noemt het universele geweten te laten overwinnen hebben duidelijk uw leven, uw fundamentele keuzes en uw persoonlijke levensloop bepaald.

Ik zal niet stil blijven staan bij uw jeugd die voor een groot deel werd overheerst door de oorlog. Ik zal eerder beginnen met de jaren die u heeft doorgebracht in dienst van de Israëlische diplomatie, bij de Verenigde Naties in New York en vervolgens bij uw minister. Het is tijdens die periode dat u een belangrijk rapport heeft opgesteld over de juridische situatie in de koloniën in de bezette gebieden. Het rapport werd nog onlangs geciteerd ter gelegenheid van de veertigste herdenking van de oorlog die begon in juni 1967. U heeft uw onderhandelingstalent uitgeoefend als ambassadeur in Canada, en vervolgens als permanent vertegenwoordiger bij de Verenigde Naties in Genève.

De vrede dienen in de diplomatie kon waarschijnlijk uw gevoelens voor rechtvaardigheid en rechtspraak niet volledig bevredigen. Vanaf 1977, precies dertig jaar geleden, bent u dus aan een nieuwe carrière begonnen toen aan u de Charles L. Denison-leerstoel werd toegekend als docent aan de juridische faculteit van de Universiteit van New York,. U heeft uw kennis ook op andere plaatsen overgebracht, zoals het universitair instituut voor hoge internationale studies in Genève, in Harvard, Berkeley en onlangs aan de Academie voor Internationaal Recht in Den Haag. Het internationaal publiek recht, en in het bijzonder, het internationaal humanitair recht vormden, en vormen nog steeds, de kern van uw activiteiten

Deze nu al zeer rijke carrière zou voor u niet helemaal volledig zijn geweest zonder actieve deelname aan de ontwikkeling die het internationaal strafrecht de afgelopen vijftien jaar heeft doorgemaakt. U was een van de acteurs van de conferentie van Rome met betrekking tot de instelling van het Internationaal Strafhof. Sinds 2001 bent u rechter bij het Tribunaal voor voormalig Joegoslavië, waarvan u van 2003 tot 2005 voorzitter was.

Het recht, justitie, bescherming van burgers, respect voor slachtoffers staan in het centrum van uw professioneel en persoonlijk gedachtegoed: de talrijke ondernemingen, commissies en instellingen waarvan u lid bent, getuigen hiervan: ik noem er slechts enkele: American Society of International Law, la Société française de droit international, Institut de droit international, Association pour le droit international, le Comité pour la formation du droit coutumier, Institut international de droit humanitaire. U heeft ook deelgenomen aan verschillende commissies van deskundigen voor het Internationaal Comité van het Rode Kruis. U was lid van de externe adviescommissie van het Hoge VN-commissariaat voor vluchtelingen. Ook is het nodig uw inzet ten gunste van de mensenrechten te vermelden: u bent lid van verschillende niet gouvernementele organisaties waaronder Americas Watch en de Ligue internationale des Droits de l’homme.

U heeft overal gewoond waar juridische normen worden gecreëerd en ontwikkeld: New York natuurlijk, maar ook Genève. Het is dus niet toevallig dat wij ons hier vandaag in Den Haag bevinden. De stad die met trots de titel “mondiale hoofdstad van het recht” draagt, en de aanwezigheid hier vanavond van de hoogste vertegenwoordigers van de internationale rechtspraak laat zien dat deze titel niet overdreven is.

Zoals ik reeds benadrukt heb, leidt alles in uw carrière naar rechtvaardigheid en rechtspraak. Ook uw interesse voor William Shakespeare valt onder uw interesse voor het internationaal humanitair recht, door te bestuderen hoe de tijdens de riddertijd gebruikelijke regels in zijn beroemde stukken nu verweven zijn in verschillende conventies om de gevolgen van gewapende conflicten te beperken.

Ridderschap is een woord dat u dierbaar is: de betekenis van eer, mededogen, edelmoedigheid, bewustzijn. Al deze deugden die een volmaakte ridder bezit heeft u de uwe gemaakt. U heeft zich zonder ophouden ingespannen opdat deze deugden deel uitmaken van het gedrag van de mensheid.

De hoge onderscheiding die ik u over enkele momenten zal overhandigen heeft niet enkel tot doel de internationaal gerenommeerde jurist te eren, de polyglot, degene die verliefd is op Frankrijk en de Franse cultuur. Deze onderscheiding getuigt van de erkenning van de Franse Republiek voor een man die door de beproevingen van het leven telkens werd geleid door een intens gevoel voor rechtvaardigheid en een voorbeeldig moreel bewustzijn.

Men kent ook aan Shakespeare de uitdrukking toe volgens welke “mensen van weinig woorden de beste zijn”

Ik houd dus hier op om verder te gaan met het belangrijkste: au nom du Président de la République, je vous remets, Monsieur le Juge, les insignes d’officier dans l’Ordre National de la Légion d’Honneur.

gepubliceerd op 11/01/2010

naar boven